Jongeren en hun interesse in bèta

Het Bèta&TechMentality-model is een interessante beschrijving waarin de groep van 9- tot 17-jarigen ingedeeld wordt in vijf groepen op basis van hun zelfvertrouwen in bèta en techniek en hun interesse in technologie.

Het model is recentelijk vernieuwd en uitgebreid. Hieruit blijkt dat iedereen wel iets heeft met techniek: als gebruiker, vernieuwer, doener, ontdekker of maker. De mate van interesse in nieuwe technologie en je zelfvertrouwen in bèta & techniek tegelijkertijd bepalen met vijf andere factoren in welke van deze groepen je zit. Het achterliggende onderzoek biedt veel inzichten hoe elke groep ‘scoort’ op elk van die zeven factoren en welke leeftijd of gender meer of minder vertegenwoordigd is in elke groep.

Een kritische noot is dat de groepen te groot zijn voor één beschrijving van de doelgroep, al is deze verdeeld in vijf segmenten. Daarvoor gaat de eigen ontwikkeling op deze leeftijd te snel. Men kan best van ‘hokje’ wisselen in de periode van 9 tot 17 jaar. Interessant is deze indeling echter wel omdat het specifiek inzicht geeft over hoe jongeren kijken naar wetenschap en technologie.

Elk van de segmenten biedt specifieke haakjes hoe bij de jeugd tijdens hun schoolcarrière  interesse in de techniek kan worden gestimuleerd.


De Vernieuwer

Vernieuwers zijn jongeren die het leuk vinden om met technologie bezig te zijn. Ze vinden dat ze er goed in zijn en kunnen het aan. Vernieuwers hebben positieve associaties bij technologie. Ze zien techniek dan ook als een richting waar je veel kanten mee op kunt. Daarom kiest deze groep al vaker voor een technische richting in het onderwijs. Hun beeld van technologie is high-tech: een cleane omgeving met volop carrièremogelijkheden.

 

 

 

 

De Maatschappelijke Toepasser

Maatschappelijke Toepassers hebben nu nog niet zo veel met techniek. Ze associëren techniek vaker met complexiteit (techniek is moeilijk of ingewikkeld) en met onaantrekkelijkheid (saai, niet cool en vieze handen).  Maatschappelijke Toepassers kiezen nu vaker voor een profiel of sector in de richting van de zorg, cultuur of economie. Voor een deel van hen past een technische richting eigenlijk goed, omdat techniek een belangrijke rol speelt in hun interessegebied.

 

 

 

 

De Doener

Doeners zijn in de eerste plaats praktisch ingesteld.  Ze willen het liefst met hun handen werken en zo min mogelijk theoretisch gedoe, waarvan onduidelijk is waar dat voor dient. Hun praktische mindset is nu nog niet gekoppeld aan techniek. Hun beeld van techniek is dat het ouderwets is: ze denken bijvoorbeeld minder vaak aan modern en vooruitgang dan andere groepen. Ze vinden vooral dat ze in het onderwijs, zoals dat nu gegeven wordt, te weinig zelf aan de slag kunnen gaan met techniek. De ervaringen met maken en proefjes zijn voor deze groep de ingang om te zien dat techniek leuk kan zijn, maar ook om zelfvertrouwen te ontwikkelen.

 

 

De Ontdekker

Ontdekkers zijn nog zoekende naar een richting die bij ze past, dat zou iets met techniek kunnen zijn, maar ook iets heel anders, bijvoorbeeld iets in de zorg of iets economisch. Ze staan neutraler tegenover techniek en hun beeld ligt minder vast. Zo hebben ze minder spontane associaties met techniek. Of ze techniek aankunnen weten ze nog niet en ze hebben nog geen zicht op hun eigen technische talent. Daarom kan de keuze voor een technische richting nu afschrikken.

 

 

 

 

De Creatieve Maker

Voor Creatieve Makers is zelf bezig zijn met techniek iets dat ze graag doen. Oftewel: jongeren met een sterke intrinsieke motivatie. Omdat techniek op zich al een hobby is, is het minder belangrijk wat je daar precies mee bereikt. Ze zijn positief over techniek en hebben hier een brede blik op. Uitdaging is voor deze groep iets positiefs: ze vinden dat ze technische vakken aankunnen. En als ze iets niet snappen is dat geen probleem: techniek is voor deze groep iets dat je kunt leren.

 

 

 

 

Het Bèta&TechMentality-model en het achterliggende onderzoek zijn gemaakt door PTvT.