Doe het proefje ‘IJsklontje in olie’ en ontdek het zelf!

Direct naar de proef!

Wij kunnen niet wachten tot er eindelijk weer eens natuurijs ligt en we lekker kunnen schaatsen op sloten, kanalen en plassen. Maar hoe kan het eigenlijk dat het harde ijs op het vloeibare water blijft liggen en niet naar de bodem van een kanaal zakt?

Waarom drijft ijs?
In het proefje zie je dat een ijsklontje blijft drijven in olie en de druppels water (gesmolten ijs) naar beneden zakken. Dit komt door het verschil in dichtheid van de vloeistoffen. De dichtheid is het gewicht van een liter vloeistof of materiaal. Water heeft een hogere dichtheid dan slaolie en ijs. En slaolie heeft een hogere dichtheid dan ijs.

Hoe kan het dat de dichtheid van ijs lager is dan die van water? Het bestaat toch uit hetzelfde?
Het verschil in dichtheid tussen water en ijs komt door de manier waarop de waterdeeltjes bij elkaar zitten. Al het materiaal bestaat uit kleine deeltjes. De manier waarop de deeltjes bij elkaar zitten, bepaalt welke eigenschappen een materiaal heeft. De dichtheid van een materiaal wordt bepaald door de hoeveelheid en het gewicht van de deeltjes die in een bepaald volume passen. Chemici gebruiken daarvoor het gewicht in kilogram per liter of het gewicht in gram per milliliter (g/cm3).

Als water kouder wordt, gaan waterdeeltjes zich anders ordenen ten opzichte van elkaar. Dat zie je doordat er ijs ontstaat. IJs is erg bijzonder, omdat waterdeeltjes in het vaste ijs verder uit elkaar zitten dan in het vloeibare water. In een liter ijs zitten daardoor minder waterdeeltjes dan in een liter water. En dus weegt een liter ijs minder dan een liter water en drijft ijs op water.

In de winter vormt ijs zich dan ook op de sloten en plassen en kun je erop schaatsen. Als ijs een hogere dichtheid zou hebben dan water, zou het ijs op de bodem liggen en moeten we het houden bij rolschaatsen.

Meer proefjes doen? Hier vind je al onze proefjes! Kijk in de lijst naar iets leuks of gebruik de zoekfunctie om proefjes met je trefwoord te vinden.