Wat gebeurt er?
Bij het afkoelen vormt gelatine met water een gel. In het glas met de banaan is daardoor een puddinkje ontstaan. In het glas met de kiwi’s is het mengsel nog vloeibaar. In kiwi’s zitten enzymen die ervoor zorgen dat de gelatine geen gel vormt. In bananen zitten deze enzymen niet, daarom kan de gelatine wel een gel vormen. Met bananen kun je dus lekkere taartjes en pudding maken, maar met kiwi’s niet.
Wist je dat…
- verse ananas, papaja en vijgen ook deze enzymen bevatten waardoor gelatine geen gel kan vormen met water?
- gelatine wordt gemaakt uit de botten en de huid van dieren?
- gelatine ook gebruikt wordt voor het maken van snoepjes, medicijnen en make-up?
Een leuke les geven?
Bekijk onze digibordles ‘Het cupcake-experiment’. In deze les experimenteren leerlingen met cupcakes. Tijdens het experiment onderzoeken ze voedselbereiding, het proces, de functies van ingrediënten en de effecten op het uiteindelijke resultaat. De bijbehorende labkaarten ‘Ontdek de chemie van bakken’ kunt u hier gratis bestellen.
Uiteraard is door C3 veel zorg aan dit proefje besteed. Centrum JongerenCommunicatie Chemie aanvaardt echter geen aansprakelijkheid voor schade die eventueel is ontstaan bij het uitvoeren van deze proef. Bekijk ook de pagina
Veiligheid voor meer informatie over het veilig werken met proefjes.